Op 24 april 2023, onderweg naar haar werk, veranderde het leven van de altijd actieve Anja (53) voorgoed: “In de Panne werd ik halverwege een zebrapad gegrepen door een auto. Ik vloog twee meter omhoog en belandde in het ziekenhuis …” Na een spoedoperatie, veel bloedverlies en zelfs een coma krabbelde Anja weer recht. Maar dat deed ze niet alleen. “Bij KEI hielpen ze me om mijn motivatie te vinden: weer strandwandelingen maken met mijn honden en mijn kleinzoon!”
Dag Anja, je verhaal begon met een verkeersongeval … Wat herinner je je daar nog van?
Anja: “Veel mensen dachten dat er twee auto's op elkaar botsten; zo luid was de slag. Ik viel pal met mijn bekken op de tramsporen. Het voelde alsof ik werd opengereten. En toch had ik direct zoiets van: ‘Alé Anja, sta nu toch recht. Niet zeuren. Rechtstaan.’ Maar ik kon niks. Níks.”
Wat bleken je verwondingen te zijn?
Anja: “Een gebroken bekken, schaambeen en staartbeen. De ambulancerit naar Veurne duurde oneindig lang, want ik mocht nog geen pijnstiller krijgen. Elke hobbel in de weg heb ik gevoeld. In het ziekenhuis stond mijn dochter, die daar destijds werkte, al op me te wachten. Ik kreeg gelukkig meteen morfine toegediend, maar de lijdensweg moest nog goed en wel beginnen. Het verdict: een spoedoperatie. Midden in de nacht werd ik comateus naar Brugge overgebracht, omdat ik zo’n zware bloeding had. Het was even kantje-boordje ...”
Ik probeerde mezelf te helpen door aan iets leuks te denken zodat ik de pijn twee à drie uur kon volhouden.
Een ernstige situatie dus …
Anja: “Zeker. Na de plaatsing van de stabilisator om mijn gebroken bekken op z’n plaats te houden had ik veel pijn, maar dat werd allemaal goed opgevolgd via een pijnpomp. Ik kreeg daarna al direct kine omdat ik vocht op mijn longen had, en ook mijn hart heeft schade opgelopen tijdens de operatie, want ik neem nog steeds hartmedicatie.”
Hoe lang lag je uiteindelijk in het ziekenhuis?
Anja: “Twee weken. Ik wilde daar echt weg, maar ik mocht pas naar KEI van zodra ik op de hoek van mijn bed kon zitten. Ik zei: ‘Ga maar iemand halen, ik doe dat wel even.’ Zwetend van de pijn, weliswaar, maar ik heb het gedaan. En zo mocht ik tegen de middag dan toch in mijn pyjama naar KEI vertrekken.”
Hoe verliep de ontvangst in het KEI?
Anja: “Heel hartelijk! Ik kwam terecht op de vierde verdieping, bij dokter De Brandt en een heel tof team. Met Rhonda, één van de zorgkundigen, klikte het vanaf de eerste minuut. Ze hadden zelfs al een welkomstkaartje voor me! Het begin van zes weken revalidatie in KEI …”

Hoe blik je erop terug, die eerste dagen?
Anja: “Eerlijk? Voor mij was het een verademing. Ik ben op een maandag toegekomen en dinsdag hebben ze mijn haren gewassen, mijn benen ingesmeerd, mijn kousen verschoond … Dat was gedurende twee weken niet gebeurd in het ziekenhuis. Nadat ik door KEI even in de watten was gelegd, voelde ik me echt een ander mens. Van het opmeten van mijn ‘Rolls Royce’ (rolstoel, n.v.d.r.) tot het zicht op zee. Ik heb in eerste instantie maar een kwartier kunnen rechtzitten omdat ik erg snel duizelig werd, maar het was zo leuk om de wereld weer eens vanuit een verticale positie te zien, in de plaats vanuit een horizontale! (lacht)”
Ik wilde meteen 200% voor mijn revalidatie gaan, maar toen ik hier pas aankwam kon ik nog niet veel. Toch heb ik er nooit aan getwijfeld dat ik KEI na zes weken al stappend zou verlaten. En dat heb ik gedaan! Mijn dokter kon zijn ogen niet geloven.
Intussen zit je gelukkig weer rechtop!
Anja: “Letterlijk en figuurlijk, ja! Maar op dat moment zit je daar in je rolstoel en voelt het allemaal heel confronterend dat het vanwege een onoplettende chauffeur is. Tijdens de ergotherapie was die confrontatie het grootst. Daar leert de ene patiënt tussen de balustrade marcheren, iemand anders probeert blokjes te stapelen ... Iedereen in een intens revalidatietraject. Maar ik ben heel goed opgevangen geweest door ergotherapeute Charlotte en het was wel een heel toffe bende. Veel afgezien, maar ook veel gelachen.”
Ik probeerde mijn positieve motivatie ook naar andere uit te stralen tijdens mijn verblijf. Op het einde van de rit zeiden ze in het KEI: ‘Potverdikke, we gaan u ne keer missen. Want als gij hier zijt is het altijd ambiance.’ Ondanks de pijn zag ik alles door mijn roze bril. Van de eerste tot de laatste dag.
Wat heeft jou, naast die roze bril, nog geholpen om positief te blijven?
Anja: “Het zijn de kleine dingen. Mijn man kwam elke avond langs en ik kreeg heel veel berichtjes, telefoontjes … Al had ik stiekem niet graag dat ze mij te vaak belden, omdat ik maar op één ding gefocust was: beter worden. Zelfs toen ik een infectie kreeg en 39 graden koorts had, wilde ik mijn oefeningen blijven doen. Koen en ergotherapeute Charlotte kwamen regelmatig eens kijken hoe het met mij ging. Dat gaf me echt het gevoel dat ik niet zomaar één van de velen was.”

Die motivatie heeft geloond, want na zes weken mocht je naar huis. Waar keek je het meest naar uit bij je thuiskomst?
Anja: “Mijn eigen bed! En het strand, al moet ik nu wel op de dijk of op het beton wandelen in de plaats van op het zand. Wij zijn echt strandmensen en er is niks zo mooi dan er vlakbij te wonen en er wanneer je maar wilt naartoe te kunnen. Met mijn kleinzoon, met mijn man of de hond … Maar tegelijkertijd was ik bij mijn thuiskomst bang voor alles dat ik niet meer zou kunnen. Nu heb ik de nieuwe mij aanvaard. Soms wil ik stofzuigen, maar moet ik tegen mezelf zeggen: ‘Als het niet vandaag is, dan is het morgen’. Da’s de nieuwe Anja. Het Duracell-konijn dat ik altijd ben geweest, ga ik nooit meer worden.”
Mijn honden, die normaal altijd opspringen, voelden meteen aan dat er iets scheelde toen ik na acht weken thuiskwam. Ze waren allebei zó voorzichtig, ondanks dat ze dolblij waren dat ik er weer was. Het was ook echt een drijfveer voor me om weer voor mijn honden te kunnen zorgen.
Waar loop je nu nog tegenaan in je revalidatie?
Anja: “Mijn bekken aan de linkerkant raakt nog vaak geblokkeerd vanwege de vijs die erin steekt, dus daar heb ik soms wel last van. Ook mijn schoenen aandoen is nog steeds moeilijk. Mijn man en ik gingen in oktober voor het eerst weer eens op reis, en ik moest mijn schoenen uitdoen om door de security check te gaan. Maar ik kon me niet bukken ... Gelukkig was mijn man erbij om me te helpen.”
Deed de vakantie wel deugd?
Anja: “Enorm, al dacht ik eigenlijk dat ik het niet nodig had – ik ging vooral voor mijn man, die wél dringend zijn batterijen moest opladen. Maar Carine van de revalidatie zei dat het me goed zou doen, want op vakantie ben je even geen patiënt. Voor ik vertrok zei ze: ‘Revalidatie is elke dag werken, hé, Anja. Zowel geestelijk als lichamelijk.’ En ze had gelijk. Op vakantie heb ik nog vaak aan haar woorden gedacht. Ik stond daar ‘s morgens om zeven uur op om te wandelen. Alle andere mensen stapten mij voorbij, maar ik deed het. Op mijn eigen tempo. Die mentaliteit is nu een deel geworden van wie ik ben. Mijn volgende doel is ‘gewoon’ te voet naar de bakker gaan, dat is iets dat ik per se wil kunnen.”