Wilfried uit Halle droomde ervan om missionaris te worden, maar daar besliste het lot anders over: een val op 32-jarige leeftijd bracht een infectie in zijn been teweeg, wat leidde tot een onderbeenamputatie. Vandaag kan hij als gemotiveerde revalidatiepatiënt én actieve priester terugblikken op het hele traject, waarvan de laatste stap weliswaar nog niet is gezet ... “Momenteel kijk ik uit naar een elektronisch kunstbeen zodat ik mijn parochie weer kan voorgaan op feestdagen.”
Dag Wilfried, klopt het dat jouw revalidatieverhaal begint bij de paters?
Wilfried: “Ja, bij de paters Salesianen van Don Bosco. Mijn broer was al missionaris en zelf leerde ik de werking kennen door er in de keuken te werken; want van opleiding ben ik kok. Mijn grote levenskeuze? Ofwel een restaurant openen, ofwel missionaris worden. Ik koos voor het tweede, maar dat viel een beetje tegen – letterlijk en figuurlijk: ik was nog maar een maand binnen toen ik een val maakte en in het ziekenhuis belandde. Tijdens de operatie voor mijn zware beenbreuk liep ik een infectie op, maar ik zette door en deed mijn noviciaat (voorbereidende studie om kloosterling te worden, n.v.d.r.). Al snel begon ik terug te sukkelen met mijn been. Het was eigenlijk mijn kinesist die aangaf dat er iets niet meer klopte. En inderdaad, na heel wat onderzoeken in Leuven bleek dat het osteosynthesemateriaal deels was geroest. Mijn dokter zei toen meteen: ‘Zet maar uit je hoofd dat je ooit op missie gaat’. Zeven jaar hebben ze dan besloten om een onderbeenamputatie uit te voeren.”

Dat kwam waarschijnlijk hard aan? Hoe ging je ermee om?
Wilfried: “Eigenlijk heb ik 33 jaar lang heel goed zonder onderbeen kunnen functioneren, al moest ik wel wekelijks naar het ziekenhuis voor immuuntherapie. Ik werkte mijn studies af en kwam voor mijn priesteropleiding terecht in Groot-Bijgaarden, waar ik actief was als econoom. Sinds 1998 ben ik ook directeur, maar dan dus hier in Don Bosco. De problemen begonnen pas toen mijn dokter op pensioen ging en de immuuntherapie plots stopte. Op zestigjarige leeftijd lag mijn been weer helemaal open. Terug ontstoken, terug volle miserie ... Uiteindelijk vond ik iemand die gespecialiseerd was in infectie- en botziekten, maar voor mij kwamen bacteriofagen niet in aanmerking. De enige optie die nog overbleef was een hogere amputatie; dwars door de knie.”
Heftig … Hoe verliep dat tweede amputatieherstel?
Wilfried: “Hiervoor ging ik naar Ter Duinen, Nieuwpoort. Ik kreeg een nieuw prothesebeen aangemeten, maar ik had enorm veel pijn aan mijn linkerheup. Weer onder het mes dus. Ondertussen had ik echter blaaskanker gekregen en startte ik met chemo, waardoor de heupoperatie niet kon doorgaan. Maar ik had op den duur zo veel pijn en ik wilde heel graag terug actief worden, dus werd de chemo even stopgezet om de operatie te laten plaatsvinden. Dat is nu twee jaar geleden. Begin november ben ik dan toegekomen in het KEI.”
Ik ging ervan uit dat ik op zes weken weer buiten zou zijn, maar de revalidatie bij het KEI was tweevoudig: enerzijds moest ik herstellen van de hogere amputatie en anderzijds van de heupoperatie.
Vanwaar de keuze voor het KEI?
Wilfried: “Voor mijn heupoperatie was ik in Nieuwpoort en ging ik al een keertje kijken bij het KEI, kwestie van te weten welke mogelijkheden er waren. Het KEI was zoiets dat mijn ogen uitstak: ik wilde het echt ‘n keer vanbinnen zien! (lacht) De ontvangst was direct heel hartelijk, ik kreeg de info mee naar huis en vroeg in het ziekenhuis of revalideren in Oostduinkerke een optie was voor mij – dat was gelukkig zo. Ideaal! Maar euh, die geplande zes weken zijn dan wel vijf maanden geworden ...”
Een lang traject dus. Welke doelen stelde je jezelf tijdens deze periode?
Wilfried: “Ik had Kerstmis en Nieuwjaar al doorgebracht in het KEI, en toen zag ik Pasen naderen … Dankzij de kinesisten en de mensen van de ergo kon ik inmiddels wel stappen, maar mijn prothese paste nog steeds niet. Ik ben nogal een gedreven iemand, dus ik wilde terug bij de mensen uit mijn parochie zijn. Het doel: uit mijn rolstoel en minstens 10 minuten kunnen stappen, al was het dan met een kruk. Goed, zei ik tegen mezelf, daar gaan we voor.”

Welke motiverende activiteiten zorgden ervoor dat je bleef doorzetten?
Wilfried: “Tijdens de ergotherapie heb je hier bij KEI de kans om knutselactiviteiten te doen of om te koken. En ik dacht in eerste instantie: dat ga ik hier echt niet doen. Maar toen ze personeelstekort hadden in de keuken, ben ik wel een paar keer gaan helpen. Zo heb ik me daar niet één dag verveeld. Integendeel. Ook terug thuis bij de broeders blijf ik actief en sta ik in het weekend nog steeds vaak in de keuken voor onze gemeenschap van vijftien, lees ik de mis, verzorg ik de verhuur van de accommodatie, organiseer ik vakanties in Nieuwpoort, begeleid ik de jongeren ...”
Heel actief, ja! Nu kijk je uit naar een elektronisch kunstbeen, kan je daar wat meer over vertellen?
Wilfried: “Inderdaad. De laatste amputatie is nu meer dan drie jaar geleden, en dus kom ik normaal gezien in aanmerking voor een elektronisch kunstbeen. Al heeft de aanmaak wat vertraging opgelopen omdat mijn kanker is teruggekomen ... Zo’n elektronisch been heeft een lager valrisico, wat goed zou zijn aangezien ik in augustus ben gevallen.”

Wat zou je, naast je kanker, nog willen overwinnen?
Wilfried: “Trappen zonder leuning. Vele kerken en kapellen hebben een trede en die kan ik momenteel nog niet op. Iemand moet me vóór de mis dus al naar binnen helpen, waardoor ik de parochie niet kan voorgaan. Dat mis ik wel. Daarom heb ik mezelf voorgenomen dat ik op feestdagen wél voorga. Hopelijk lukt dat binnenkort met mijn elektronisch been. Ik kijk er al naar uit.”